Selaocoe is de grote attractie en Duncan Ward toont zijn grote klasse tijdens jubileumconcert 22 en 23 september

algemeen • 25 september 2023

Abel2

Hij is losjes gehuld in steenrood, draagt gymschoenen, en zwaait reeds bij opkomst naar het publiek. Abel Selaocoe (1992, Sebokeng (Zuid-Afrika)) is componist, cellist en zanger, en dé grote attractie van het jubileumconcert van Philzuid.

De excentrieke verschijning heeft zelfs een eigen drummer (Bernhard Schimpelsberger) naast zich geposteerd voor de vertolking van zijn fonkelnieuwe celloconcert Four Spirits (2023), waarin hij zich liet inspireren door het leven in de township waarin hij is opgegroeid. Voordat er een noot geklonken heeft spreekt hij het publiek toe - ook dat zul je een solist in het klassieke muziek wereldje niet snel zien doen.

Selaocoe blijkt een performancekunstenaar van het zuiverste water. Hij speelt cello, zingt, brabbelt, gromt, zit, staat, zwaait met zijn armen, en moedigt de zaal aan mee te klappen of te zingen. Ook orkestleden lokt hij uit hun comfortzone: menigmaal moeten ze spelen én zingen. Zijn muziek is een caleidoscopische wereld: vlokjes dans, sfeer, oerwoudgeluiden, Afrikaans lied en echo’s van popmuziek - soms lijkt hij op zijn cello een knetterende elektrische gitaar te imiteren - worden over het publiek heen gestrooid, als croutons in een exotische salade.

De totale oeverloosheid van deze creatieve duizendpoot is tegelijkertijd zijn zwakte: met louter losse eindjes - hoe charmant gebracht ook - heb je nog geen compositie, laat staat verdieping, en vooral dat laatste is toch waarvoor je naar de concertzaal gaat. Daarnaast heeft de orkestpartij wel érg weinig substantie, en doet het Afrikaanse gezang steeds heviger verlangen naar een vertaling, maar die is er niet.

Het stuk wordt ingebed tussen twee klassiekers, die als gemeenschappelijke deler de dans hebben. 

Het beste van de avond zit in Ravels 2e Suite uit Daphnis et Cloé, het ballet dat de Franse grootmeester in 1912 voor de fameuze Ballets Russes van Sergej Diaghilev schreef. Vooral in de slotdans (de extatische Danse Générale) bewijst chef-dirigent Duncan Ward andermaal zijn uitzonderlijke klasse: met puntige gebaren, los boetseerwerk, en vibraties vanuit de heupen haalt hij het maximum uit de jubilaris. Het raderwerk gonst, de dynamiek golft, de extase gloeit.

Rachmaninovs Symfonische Dansen legt daarentegen de makke van Ward bloot: bij romantisch smachtwerk gaat hij lang niet diep genoeg. Het blijkt uit het verstilde middenstuk van het openingsdeel, dat te bleek is om onder de huid te gaan zitten. Gelukkig maakt de plooibare driekwartsmaat van het tweede deel en het meeslepende slotdeel veel goed. Sterker nog: met zo’n spelerspotentieel heeft Philzuid alle reden een feestje te vieren. 

Limburger 23 september - 4 sterren