Duncan Ward spoort Philzuid aan tot gelukzalige Bruckner
algemeen • 22 september 2025
Duncan Ward spoort Philzuid aan tot gelukzalige Bruckner
L. Verweij / NRC
****
Symfonieorkest Philzuid opende afgelopen weekend het seizoen met een spiritueel getint programma. Chefdirigent Duncan Ward leidde onder meer Bruckners 'Zevende symfonie', waarin het orkest zich van zijn beste kant liet horen.
Klassiek Recensie
Philzuid & Studium Chorale o.l.v. Duncan Ward met werken van Boulanger, Vrolijk en Bruckner. Gehoord: 20/9, Muziekgebouw Eindhoven. Info: philzuid.nl
Je kent ze wel: van die autoliefhebbers die alleen al bij het geronk van de motor met een grijns naast hun dierbare bezit staan te glunderen. Je kunt je voorstellen dat chefdirigent Duncan Ward zich net zo voelt zodra hij de symfonische motor van Philzuid aanzwengelt: met zo’n gelukzalig gelaat staat hij Bruckners Zevende symfonie te dirigeren, afgelopen zaterdag bij de seizoensopening van het Zuid-Nederlandse orkest in Muziekgebouw Eindhoven. Geef hem eens ongelijk. De motor van Philzuid liep alsof die net een grote beurt had gehad: gesmeerd, solide en perfect op toeren. In de oneindig gesponnen lijnen van Bruckners eerste deel liet Ward het orkest gedragen in- en uitademen als een Grote Vriendelijke Reus. En zoals glasblazers gloeiend glas uitrekken tot een delicate streng, zo wist hij met een geraffineerde linkerhand een volumineuze orkestklank op te rekken tot ragfijne klank draden. Het woelige ‘Scherzo’ kreeg bij het steeds strakker en wendbaar spelende orkest ook een prettige dosis pit mee.
Zo hadden we best nóg een uur door dit Bruckner-landschap kunnen tuffen: genoeg momenten waarop je kon vergeten te ademen. Geen wonder dat Philzuid het contract van Ward, die er sinds 2021 chef is, heeft verlengd tot de zomer van 2028. Voor de pauze deelde Philzuid het podium met koor Studium Chorale voor de opdrachtompositie Miserere van Renske Vrolijk (1965), over het louterende effect van pelgrimage. Vrolijk maakte zelf de tekst, bewust in het Latijn en Middelnederlands: om een lijn te trekken van nu naar een ver verleden, met de mens in een perpetuum mobile van dingen opnieuw leren, fouten maken en proberen af te kopen, iedere generatie opnieuw. De lichte en donkere momenten waartussen je als pelgrim heen en weer wordt geslingerd kregen gestalte in dreunende orkest slagen en ritmisch koper- en percussiege prik, dat zich een weg baande door een ingetogen biddend koor.
'Waertoe jaeght ghi na ghelt?’
Wat baden de zangers dan precies? Dat kreeg je niet mee: de tekst was nergens op papier of boventiteling te bekennen. Vooraf had koordirigent Hans Leenders nog benoemd dat het erbij een koor niet alleen gaat om de juiste noten te treffen, maar ook om de inhoud van de tekst over het voetlicht te brengen. Waarom is er dan voor gekozen om de luisteraar geen handvat te bieden om het koor in die inhoud te ontmoeten? Nu viel er niet veel meer te ontwaren dan een ‘Miserere nobis’ en eenuitroep over aflaten. Er zat niets anders op dan in de pauze aan de componist zelf te vragen welke boodschap het koor had verkondigd. ‘Leid mine voeten op rechten pat’ bijvoorbeeld, en ‘Waertoe jaeght ghi na ghelt?’ Zonde om zeker bij een gloednieuw stuk - de tekst niet samen met de muziek te kunnen beleven. Vrolijks Miserere werd aan weerszijden vastgelijmd aan Lili Boulangers Psalm 24 La terre appartient a l’Éternel en Vieille prière bouddhique. Dat werkte uitstekend: het ritmische van Boulangers psalm vloeide over naar Vrolijk, die weer eindigde met een handreiking naar Boulangers (soms ietwat stroperig uitgevoerde) boeddhistische vredesgebed. Wondermooi trouwens, hoe Boulanger in haar heen en weer deinende harmonieën het orkestpalet bijkleurt met de menselijke stem. Wat een gelukzalig begin van het seizoen. Zonde dat je Renske Vrolijks tekst niet samen met de muziek kon beleven.