Recensie: Blauwbaards Burcht overtuigt als een intrigerende relatiepuzzel
algemeen • 5 november 2024
Opera Zuid brengt Blauwbaards Burcht als een huwelijksdrama, waarin Judith op zijn minst net zo mysterieus is als Blauwbaard zelf. Dat levert een prachtig en schurend werk op.
Peter van der Lint
Bela Bartóks enige opera Blauwbaards Burcht (1918) is een echt meesterwerk. Elke keer als je het hoort, ben je weer verbaasd over zoveel schurende schoonheid, en elke keer ontdek je wel iets nieuws in deze toppartituur. In slechts een uur pookt de Hongaarse componist de spanning ondraaglijk op. Dat doet hij via listige orkestraties en onverwachte harmonische verschuivingen. Om aan het eind weer geheimzinnig tegenpruttelend in het zachtste en donkerste fis-klein van het begin terug te keren. En is er tussen die twee fis-klein ijkpunten iets verhelderd? Zijn we iets wijzer geworden? Meestal niet. En ook bij de fraaie nieuwe productie van Opera Zuid bleven we na dat zachte slotakkoord met vragen zitten. Je hoopte bijna dat het pauze was, en dat zangers, orkest en dirigent het verhaal daarna nog een keer zouden uitvoeren, zodat je wellicht wat meer antwoorden kreeg. Lang geleden bij een productie van De Nationale Opera gebeurde dat daadwerkelijk. Maar zondagmiddag in het Theater aan de Parade in Den Bosch, waar de tweede uitvoering van deze reeks te zien was, bleef het bij deze inkervende ene keer.
Een waar meesterwerk kenmerkt zich trouwens vooral door niet al zijn geheimen in één keer weg te geven. En over geheimen gaat het in dit symbolische verhaal waarin ene Judith haar verloving verbreekt en tegen de wil van haar familie trouwt met de mysterieuze hertog Blauwbaard over wie nare geruchten de ronde doen. Met hem vertrekt ze naar zijn duistere burcht. Die burcht staat uiteraard symbool voor het innerlijk, de psyche van Blauwbaard. Judith probeert licht te brengen in die burcht door de zeven dichte deuren open te gooien. Ze wil de man redden, maar bij iedere nieuwe deur die opengaat moet ze ontdekken dat de geruchten over deze man kloppen. Of toch niet? Regisseur Kenza Koutchoukali ziet het werk als een huwelijksdrama, waarin Judith op zijn minst net zo mysterieus is als Blauwbaard zelf. Want waarom gaat zij eigenlijk met deze man mee? Wat wint ze erbij?
De structuur van de zeven deuren gebruikt Koutchoukali als zeven scènes uit een huwelijk. En wij als publiek zitten er met onze neus bovenop. Omdat Bartók het orkest zo overduidelijk als derde personage in dit verhaal inzet, zit Philzuid niet in een orkestbak, maar op de bühne. Op een smalle ruimte ervóór staan een bank, een poef en een tafel met stoel waar Judith (Deirdre Angen ent) en Blauwbaard (Thomas Oliemans) dicht op het publiek het drama uitspelen. In de oorspronkelijke proloog bij de opera wordt al gesproken over waar het toneel eigenlijk is. In onszelf of erbuiten. Die proloog is voor deze voorstelling aangepast en wordt in het Engels uitgesproken door dirigent Duncan Ward. Zo wordt het orkest nog meer het derde personage in dit drama. Ward vraagt zich af wie er eigenlijk naar wie kijkt in dit drama, en kennen wij eigenlijk wel degene die naast ons in het theater zit? Wat voor geheimen houden wij zelf achter gesloten deuren?
De muziek in fisklein begint al zachtjes zonder dat Ward het orkest dirigeert. Pas na een paar maten begeeft hij zich naar de bok, en komen Angenent en Oliemans vrolijk vanuit het auditorium op. Ward houdt de boel in de eerste scènes heel klein. De akoestiek van het Theater aan de Parade helpt dan niet echt mee. De klanken stromen te afgedekt en te omfloerst de zaal in. Maar het is wel in lijn met de nog zoekende geliefden dat Ward en zijn musici niet meteen al vol gas geven. Het valt in deze eerste helft ook op hoe lyrisch deze muziek eigenlijk kan zijn. En Ward bouwt het daarna magnifiek op. Bij het openen van de vijfde deur dendert het C-groot de zaal in, geholpen door extra trombones en trompetten die hoog achter in de zaal opgesteld staan. Vanaf dan is het hek van de dam, en openbaart Ward zich als een fantastische maestro met gevoel voor dynamiek en drama. Dat Philzuid hem niet overal kan volgen met een volle strijkersklank (bij de zesde deur bijvoorbeeld) wordt weer goedgemaakt vlak voor het openen van de zevende deur als Blauwbaard bijna wanhopig roept: ‘Judith, stel geen vragen, hou van me!’ De schitterende dissonant in de strijkers komt daar in alle pracht tot klinken.
Oliemans zingt de rol voor het eerst en doet dat met grote inzet van lijf en stem. Mooi euforisch klinkt hij op het moment dat hij Judith vertelt dat hij nog drie sleutels heeft, en die aan haar zal geven. Het duistere einde is dan weer prachtig ingetogen. Angenent is geweldig op dreef als Judith. De ervaring die ze met de rol heeft, betaalt zich uit in een fantastisch gezongen en geacteerde interpretatie. De al genoemde climax bij het openen van de vijfde deur krijgt een extra dimensie door de magnifiek gezongen hoge C van Angenent.
'Blauwbaards Burcht' is nog te zien in Keulen (5), Eindhoven (7) en Den Haag (10). Info: operazuid.nl
Je hoopte bijna dat het pauze was en dat ze het verhaal daarna nog een keer zouden uitvoeren.