Promotie Veerle Spronck, onderzoekster aan het MCICM
algemeen • 30 juni 2022
Veerle Spronck is onderzoekster aan het Maastricht Centre for the Innovation of Classical Music (MCICM) waar ook philharmonie zuidnederland onderdeel van uitmaakt. Op woensdag 6 juli om 13:00 in de Aula van de Universiteit Maastricht is haar openbare verdediging van haar proefschrift. De digitale versie van het boek ‘Listen Closely: Innovating Audience Participation in Symphonic Music’ is openbaar beschikbaar. Download hier.
Nieuwe vormen van publieksparticipatie in klassieke muziek
Traditioneel is de bezoeker van een symfonisch concert vooral een stille, aandachtige luisteraar. Maar is dit ondertussen niet achterhaald? Kunnen we het spannender maken, zowel voor publiek als orkest? De relaties tussen symfonieorkesten en hun publiek worden de afgelopen twintig jaar steeds vaker kritisch bevraagd in het cultuurpolitieke discours in Nederland. Misschien, vragen ook orkesten zich intussen regelmatig af, is aandachtig luisteren niet altijd meer de ideale vorm van publieksparticipatie. De afgelopen jaren zijn Nederlandse symfonieorkesten begonnen om experimentele concerten te organiseren waarin het publiek een nieuwe rol krijgt.
Als onderzoeker binnen het MCICM en het onderzoeksproject Artful Participation (gefinancierd door de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek), onderzocht Veerle wat voor werk het orkesten precies kost om publieksparticipatie te innoveren. Het blijkt een complexe taak voor orkesten, want wanneer de rol van het publiek verandert, leidt dat tot onbekende situaties door het hele organisatieproces heen die het bestaande esthetische kader doen rammelen. Het zorgt ervoor dat orkesten moeten opnieuw reflecteren op hun routines, normen, manieren van werken en van evalueren en waarderen.
De innovatie van publieksparticipatie gaat om veel meer dan alleen stoelen anders neer zetten, een nieuwe marketingcampagne of buiten de concertzaal spelen. Innovatieve concerten raken aan de identiteit van het orkest als esthetische organisatie in de traditionele zin: het daagt symfonieorkesten uit om bestaande normen die een specifieke vorm van esthetische kwaliteit willen garanderen te bevragen. Als symfonieorkesten publieksparticipatie (willen) gaan innoveren, dan worden er meer kwaliteitsrepertoires van belang dan alleen het traditioneel esthetische. De innovatie van participatie vraagt dus om reflectie op de vraag wat eigenlijk een ‘goed’ concert is. Publieksparticipatie vernieuwen is dus niet alleen praktisch werk voor symfonieorkesten, maar ook artistiek werk.