Over de ramen

Kerkplattegrond glazen

Ramen doopkapel (nr. 1,2,3,4,5)

Vijf kleine glas-in-lood ramen, vervaardigd in 1942 door de kunstschilder/ glazenier Harrie Schoonbrood.

De ramen stellen resp. taferelen uit het Oude en Nieuwe Testament voor:

  • De zondeval
  • De ark van Noë en het verbondsoffer
  • De doop van Christus in de Jordaan
  • De hemelvaart van Christus
  • De doop door de apostelen

Middenschip (boven links, nummers 40, 41, 42 en 43)
De Maastrichtse kunstschilder-glazenier Gilles Franssen heeft in de jaren 1963/1964/1965 acht glas-in-lood ramen geplaatst. De iconografie van deze ramen behandelt spectaculaire roepingen-scènes uit het Oude en Nieuwe Testament, waarbij God ingreep in de heilsgeschiedenis.

In de vier ramen aan de linkerzijde verbeeldde Gilles Franssen:

  1. Het Pinksterwonder, waarbij Petrus predikend de mensen tegemoet treedt
  2. Paulus, die bij Damascus van zijn paard geslingerd wordt en zich bekeert
  3. De wonderbare visvangst
  4. De doop van Christus in de Jordaan

Ad.40   Rood en blauw zijn de overheersende kleuren voor de hemel en de hemelse mens Christus, terwijl Johannes, in paarse kleuren, op de achtergrond blijft. De figuur van Christus wordt overspoeld door het blauwe doopwater, hetgeen rijkdom aan genade suggereert.

Ad.41   In het tweede raam zien we Petrus, de visser, die voortaan mensen zal mogen vangen. Het geheel is van een waterachtige kleur en toont de dynamiek en beweging, waarin de apostel met zijn visserswerk begint. In de deining van het leven zoekt hij, zonder zelf vaste grond onder de voeten te hebben, het houvast te brengen van het geloof.

Ad.42   De bekering van Paulus. Het derde raam is overwegend goud-geel van kleur. Bovenin ziet men enkele paardenhoofden met een ruiter. Daaronder Sint Paulus die van het paard is gegooid. Het geheel geeft weer de roeping van Paulus.

Ad.43   Het Pinksterwonder. Rode en goudgele kleuren vormen de hoofdtonen van dit vierde raam. Van boven uit de top schieten krachtige bundels vuur door de groep van de apostelen, vurige tongen veroorzakend. Petrus komt uit deze kring naar voren en begeeft zich met zekere waardigheid in de kring van mensen om de boodschap van de verrezen Christus te verkondigen, zodat ook hier het licht begint te schitteren.

 

Middenschip (boven rechts, nummers 48, 49, 50, 51)

Glas-in-lood ramen in het middenschip (rechts boven) – van voor naar achter – van de hand van Gilles Franssen.

  1. De aankondiging van de blije boodschap aan Maria
  2. Mozes door het brandend braambos, waarin Christus’ gelaat verschijnt
  3. De schepping van Adam, als de roeping van het menselijk geslacht
  4. De zuivering van Isaias’ mond met gloeiende kolen, symboliserend zijn opdracht als profeet.

 Ad.48   Dit raam beeldt de boodschap uit van de engel Gabriël aan Maria. Het werd geplaatst aan de kant van de voorstellingen van het Oude Testament, omdat deze gebeurtenis kan gezien worden als de overgang van het Oude naar het Nieuwe Testament.

 Ad.49   Dit raam werd in 1963, als eerste van de serie van acht ramen geplaatst door Gilles Franssen. De afmetingen van de vensterruimte (4 meter hoog en 1,3 m breed) stelden aparte eisen aan de compositie van alle ramen, die het contact tussen God en de mensen willen uitbeelden. Dit raam stelt voor de roeping van Mozes door God in het brandende braambos.

 Ad.50   Het raam ernaast beeldt de schepping uit van de mens en al het geschapene; alles komt voort uit de hand van God, welke we boven het raam zien. God blijft de hand van de mens vasthouden.

 Ad.51   Dit raam beeldt uit de profeet Isaias, een prediker uit het Oude Testament, wiens preken nu nog actueel zijn. Hij beschrijft in een van zijn geschriften dat hij een visioen had, waarbij een serafijn (engel) naar hem toe vloog en zijn mond aanraakte met een gloeiende kool, die hij met een tang van het altaar had genomen. Door dit hemelse vuur werden de lippen van de profeet, een zondig mens, gelouterd, zodat hij kon gaan spreken in de naam van Jahweh (Isaias VI).

Transept (nummers 10, 11, 31, 32)
In mei 1945 werden tweemaal twee ramen geplaatst in het transept van de kerk, ontworpen en uitgevoerd door de Maastrichtse kunstschilder-glazenier Harrie Schoonbrood.

Een van de ramen rechts (nummer 32) was een geschenk van de parochianen, als dank voor het feit dat de parochie grotendeels van oorlogsgeweld gespaard was gebleven. (In WOII kwamen 17 mensen om bij het bombardement op Blauwdorp). Ze werden bij gelegenheid van het 50-jarig bestaansfeest van de parochie in september 1984 geplaatst. Zij vormen de afsluiting van de beglazing met glas-in-lood ramen van de kerk, die tot dan vrijwel allemaal taferelen uit het Oude en Nieuwe Testament weergaven.

De ramen links stellen voor:

  1. Onder een kerststal, met daarboven het ‘Gloria in Excelsis’; terwijl in het perspectief de drie koningen naderen, wordt het pas geboren Christuskind aanbeden voor herders, die met de figuren van Jozef en Maria een compositorisch vaste eenheid vormen. Het geheel is rijk aan details.
  2. Het tweede raam met de ten hemelopnemening van Maria is veel rustiger van compositie. Onder staan de apostelen bijeen. Naar boven stijgt Maria met wijs wapperende mantel op van de aarde. Engelen omringen de wolken, waarin Maria wordt opgenomen.

Er is een stijlverschil tussen de twee groepen ramen, omdat de eerste twee (links) in de eerste oorlogsjaren vervaardigd werden en de andere twee (rechts) hun voltooiing vonden na de oorlog.

Zijbeuken in de kapel (nummers 12, 13, 29 en 30)
Deze nieuwe ramen aan weerszijden van het altaar in de kapel zijn van de hand van Frans Slijpen en hebben een meer symbolische betekenis.

In de vierde eeuw reeds vergelijkt Sint Augustinus het kerkgebouw met een menselijk lichaam: het hart is het altaar; de absis het hoofd; de transepten de armen en het schip van de kerk is de rest van het lichaam. Rondom de mens staan de symbolen van de vier elementen. Zijn vlees is de aarde, zijn bloed is het water, zijn adem is de lucht en zijn levenswarmte het vuur.

In de zijbeuk links (nummers 12 en 13) staan de ramen: aarde en water.

In de zijbeuk rechts (nummers 29 en 30): lucht en vuur.

De symbolen, zoals deze ook in de ramen weergegeven zijn, zijn voor:

  1. De aarde: een vrouw met korenaren en drie slangen
  2. Het water: een vrouw met een kruik
    29. Het vuur: een vrouwengestalte in het rood, met een fakkel.
    30.  De lucht: een jongeling in het wit, met hooggeheven handen

Deze ramen zijn van de hand van de Maastrichtse kunstenaar-glazenier Frans Slijpen. Als geschenk aan de parochie bij gelegenheid van het 50-jarig bestaansfeest van de parochie werden zij in september 1984 geplaatst. Zij vormen de afsluiting van de beglazing met glas-in-lood ramen van de kerk, die tot dan vrijwel allemaal taferelen uit het Oude en Nieuwe testament weergaven. De nieuwe ramen hebben een meer symbolische betekenis. In de vierde eeuw reeds vergelijkt Sint Augustinus het kerkgebouw met een menselijk lichaam: het hart is het altaar; de absis het hoofd; de transepten de armen en het schip van de kerk is de rest van het lichaam. En in een handschrift uit de 12e eeuw wordt de mens voorgesteld als een mikrokosmos, als een samenvatting van het heelal. Rondom de mens staan de symbolen van de vier elementen. Zijn vlees is de aarde, zijn bloed is het water, zijn adem is de lucht en zijn levenswarmte is het vuur.

De ruimte links (nummers 14, 15, 16 en 17)
Hierin werden in februari 1948 vier kleine glas-in-lood ramen aangebracht, ontworpen door de Roermondse kunstenaar Max Weisz.

Van links naar rechts stellen zij respectievelijk voor:

  1. Maria met het kind Jezus
  2. Jezus als kindervriend
  3. Kinderen bij de intocht van Jezus in Jeruzalem
  4. Jezus in de werkplaats van Jozef (zijn voedstervader).

Hoofdaltaar
Links en rechts boven het hoofdaltaar geven vier glas-in-lood ramen – in 1946 door Harrie Schoonbrood vervaardigd - de vier evangelisten weer. 

Links: Marcus en Mattheus.

Marcus draagt als symbool de leeuw.

Mattheus draagt als symbool de mensen of de engel.

Rechts: Lucas en Johannes

Lucas draagt als symbool het rund

Johannes heeft als symbool de adelaar.

Absis achter hoofdaltaar
In de absis achter het hoofdaltaar zijn zes glas-in-lood ramen aangebracht, die (twee aan twee) de twaalf apostelen voorstellen.

Het eerste raam (links) stelt voor de apostelen Simon en Mathias; en voorts naar rechts respectievelijk Barnabas en Judas Taddeus; Andreas en Thomas; Jacobus en Joannes; Philippus en Bartholomeus; en tenslotte: Petrus en Paulus.

Achter het altaar (links en rechts) zijn vier kleine raampjes, die de eucharistie symboliseren: namelijk de pelikaan; broden en vissen; het lam met de kelk en de korven met brood.

Ramen achter het orgel
Achter het orgel zijn ten dele nog te zien de glas-in-lood ramen van Max Weisz uit 1950, voorstellende Sint Caecilia en Sint Gregorius.

Sint Theresia, patrones van de parochie
In Franse zandsteen gekapt in 1933 door de Maastrichtse beeldhouwer Gerard Hack, staat het beeld in haar eigen kapel achter in de kerk. Het is de bedoeling dat door de soberheid en strengheid van vorm van dit beeld tot uitdrukking komen de geestelijke, innerlijke waarde van deze jonge Carmelites, Theresia van Lisieux (1873-1897). Heel haar leven ademde de geest van het kruis. Vandaar dat de beeldhouwer haar dit teken van de verlossing tegen haar hart laat drukken. Met de andere hand vervult zij haar belofte: ‘Ik zal vanuit de hemel rozen op aarde doen regenen. ‘

In de Theresiakapel staat voorts een raam van Harrie Schoonbrood uit 1962.

Alles verdwijnt, niets blijft.

animatie Sint Thérèsia 

Orgel
Het huidige orgel, rond de eeuwwisseling gebouwd door de beroemde Franse orgelbouwer Cavaillé Coll te Parijs, dateert uit 1941. Het was oorspronkelijk gemaakt voor een Parijse bioscoop en werd tot kerkorgel ongebouwd. De firma Verschueren uit Heythuizen heeft het orgel in 1974 grondig gerestaureerd.