Jeroen de Vaal

De Nederlandse tenor Jeroen de Vaal studeerde aan de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht bij directeur Monique Wagemakers en dirigent Jan Slothouwer en voltooide de 1e en 2e graad klassieke zang (1995-2002). Hij volgde masterclasses bij Jard van Nes en Eric Tapy, en was uitgenodigd om lid te worden van Nouveau Studio van de Opéra de Lyon, waar Jeroen werkte met dirigenten als Philip Pickett, Christophe Coin, Rinaldo Alessandrini, met tenor Marco Beasley en regisseurs als Antonio Latella en Peter Stein. 

Hij debuteerde bij De Vlaamse Opera in Strauss' Salome, gevolgd door Tamino in W.A. Mozarts Die Zauberflöete, Léhars Die Lustige Witwe, Prova d'Orchestra van Batistelli en Verdi's Fallstaff. Hij keerde terug naar de Opéra de Lyon om te zingen in Kurt Weill's Les Sept Pêchés Capitaux, en om de rol van Lindbergh in Weill's Lindbergh's Flight te coveren. Dit zeer de veelgeprezen productie werd nieuw leven ingeblazen tijdens het Festival van Edinburgh. Later keerde hij terug naar de Opera de Lille om Don Curzio te zingen in W.A. Mozarts Le Nozze di Figaro in een veelgeprezen productie geregisseerd door Adrien Noble en gedirigeerd door William Christie. Jeroen de Vaal werkt sinds 200 met tenorsolisten. Hij was verbonden aan de Opera de Lyon (2002-2007); Opéra National du Rhin (augustus-oktober 2008); Vlaamse Opera (2004-2009); De Nederlandse Opera (DNO) (2005-2009); Toonkunstkoor Amsterdam (2008-2010); Wiener Kammeroper (september 2009-november 2010). 

De Vaal vertolkte hoofdrollen bij de Vlaamse Opera en de Opéra National de Lyon en treedt regelmatig op bij De Nationale Opera. Bij De Nederlandse Opera debuteerde Jeroen de Vaal in Strauss' Capriccio onder leiding van Hartmut Haenchen, gevolgd door o.a. Eurimaco in Monteverdi's Il Ritorno d' Ulysse. Hij keerde terug naar DNO voor de wereldpremière van Rob Zuidams Adam in Ballingschap, een coproductie met Holland Festival. Zijn debuut in de Munt in Brussel kreeg lovende kritieken voor zijn vertolking van Haenschen in Fruehlingserwachen van Benoit Mernier. Andere rollen die Jeroen heeft gezongen :Camille in Die Lustige Witwe bij Opera Zuid, Bastien in W.A. Mozarts Bastien und Bastienne, Gherardo in Puccini's Gianni Schicchi, als The Defendant in Trial by Jury van Sullivan, en als Pluto in Offenbachs Orphée aux enfers, Wilhelm in Thomas' Mignon. Met mezzosopraan Tania Kross en tenor Marcel Beekman zong Jeroen de Vaal de rol van Daifilo in PC Hoofts Granida, een nieuw ontdekt stuk Nederlandse barokmuziek. Dit najaar (2009) zingt Jeroen de Vaal in Offenbachs Ba-ta-clan en in l'Ile de Tulipatan, een nieuwe productie bij de Wiener Kammeroper.

Jeroen de Vaal is veelvuldig te horen in concerten en oratoria, o.a. als evangelist in Georg Philipp Telemanns Lucas Passion, in J.S. Bachs Matthäus-Passion (BWV 244) en Johannes-Passion (BWV 245).